Eén van de smaakmakende ingrediënten in de Nijenrode-formule was rugby. Voor velen van ons was de introductietijd op Nijenrode in 1969 de eerste kennismaking met die onbekende sport met die rare bal. RC Nijenrode speelde traditiegetrouw voor de nieuwe eerstejaars een demonstratiewedstrijd tegen de rugbyclub-uit-de-buurt, RC ´t Gooi uit Naarden.
Rugby zat ook in het lesrooster; hier de variant touchrugby-op-het-ijs, in januari 1971, met Rob Borrebach, René Hoppenbrouwers, Ton Linthorst (met bal), Rob Bos, Erik Hemmes, René Haegens (gevallen) en uiterst rechts Leo Bekker. De drie achterin zijn mogelijk Rob Lampe, Hans Vooys en Hans Cox.
Voor sommige Nijenrodianen bleef rugby die vreemde, ruwe sport, die ze nooit vrijwillig zouden gaan beoefenen. Anderen waren direct verkocht, werden lid van RC Nijenrode en gingen spelen in de rugbycompetitie. Na hun afstuderen gingen ze op zoek naar een andere rugbyclub om hun geliefde spelletje te kunnen blijven spelen. Geen wonder dat er nogal wat terecht kwamen bij de club die aan de wieg had gestaan van hun rugby-leven: RC ´t Gooi.
De relatie tussen Nijenrode en RC ´t Gooi wordt beschreven in het verhaal De Nijenrode connectie. Van de mensen uit onze Nijenrodetijd zijn Peter de Graaf (jaargang 1968), Pim van Doesburg (1969 CT) en Tom Visser (1969) al vele tientallen jaren betrokken bij RC ´t Gooi. Eerst als spelers, later als bestuursleden en tegenwoordig vooral als supporters van het eerste team, dat ervoor strijdt om het landskampioenschap van 2018 in 2019 voort te zetten.
Zo is rugby voor hen een van de elementen uit hun Nijenrode-opleiding die nadrukkelijk en langdurig van invloed zijn geweest – en nóg – op hun verdere leven.
Na 50 jaar valt het niet mee iets over de CT’ers en met name de Bokma club te schrijven. Onze opleiding duurde maar 9 maanden en niet alles beklijft. Gezichten kan ik mij nog goed herinneren, maar de namen zijn in de loop der tijd vervaagd. Maar goed, ik zal een poging wagen.
Om te beginnen waren we een paar jaar ouder dan de meeste A-studenten. We hadden meestal een HTS-opleiding achter de rug en waren soms al in dienst geweest. We voelden ons dan ook duidelijk “verheven” boven de A-studenten. Wij moesten in drie trimesters ongeveer dezelfde hoeveelheid stof als de overige studenten tot ons nemen. Plus alle sport en andere sociale activiteiten.
De CT-groep bestond uit zo´n 40 man en bijna iedereen haalde de eindstreep. Weliswaar met het nodige kunst en vliegwerk in de tentamenweken. Nachten doorhalen, gevoed met hamburgers en loempia’s, die ’s nachts door Koos (van de gelijknamige bistro) op de campus werden bezorgd. Naast de studie werd er veel tijd besteed aan sport (Prowse met rugby, Herdin met boksen: “nach links lenken”, etc.), maar ook aan nachtelijke bezoeken aan het Moede Hooft.
Bokma genootschap 1969/70 in actie in de second lob
Ongeveer in 1965 heeft een aantal CT’ers het Bokmagenootschap opgericht. Behalve gezellig samenzijn is het diepere doel van de Bokma mij nooit helemaal duidelijk geworden. Maar dat mag de pret niet drukken. Ons jaar zette de traditie met verve voort en iedere maand hadden wij onze Bokma avond. We zaten in een ruimte gelegen naast het Moede Hooft – de second lob – waar (natuurlijk) de nagenoeg voltallige CT aanwezig was.
De firma Bokma sponsorde ons iedere maand met een doos (12 vierkante flessen) jenever. En zelf kochten we een 50 liter vat bier, want van jenever krijg je dorst. Ook hadden wij wisselend speciale gasten, die soms iets zinnigs te zeggen hadden. De details zijn vervaagd, het goede gevoel is gebleven. Zo was er regelmatig een docent Frans (naam vergeten, maar hij had een Peugeot cabriolet en blaaspijpjes bestonden toen nog niet) die graag filosofeerde.
Statiefoto Bokma genootschap 1970/71, met mascotte Gijs de bok
En natuurlijk ons aller Kolkhuis Tanke. Met name het tweede deel van zijn naam deed hij eer aan. Het feest ging door tot alle drank verorberd was. KT was dan zo dronken, dat hij niet meer naar huis kon fietsen (ook al woonde hij “om de hoek” in Breukelen). Hij zocht dan op de campus naar een (leeg) bed en sliep zijn roes uit. Een van de studenten (zijn naam is Haas) was een goede innemer, die tot het bittere einde doorging. Om dan met het glas in de hand horizontaal te gaan.
Om een lang verhaal kort te maken: we hebben veel gelachen en gedronken, maar ook hard gestudeerd. Het CT-diploma was een mooie parel op ons CV.
Wil je reageren? Graag via Contact in het menu bovenaan deze pagina.